Het verhaal van José

Januari 2022

Daar lopen we dan met een suiker van 30 door de gangen van een verlaten ziekenhuis. Het is tweede kerstdag, we hebben amper het kerstdiner binnen. Daar was hij ineens, BAM, in your face. Het zijn vast de plakkerige vingers waar ik in prikte, we doen het zo nog een keer. Weer 30. Misschien mijn meter? Toch nog een restje suiker? Misschien is hij gewoon ziek? We huilen, hij schreeuwt dat hij dit niet wil, en ik denk alleen maar: nee! Dit is niet eerlijk!

Maar nu lopen we dus in dat ziekenhuis en eigenlijk is er nooit de vraag geweest óf het diabetes is, alleen welk type. Dit is mijn ziekte, mijn last, niet die van mijn oudste! We blijken bijzonder, er komt niet vaak een kind met diabetes binnen waarvan de moeder het ook heeft. Lucky us.

Het eindeloze bloedprikken, wat dan weer niet lukt en toch opnieuw moet, omdat hij mogelijk  wat uitgedroogd is en een schreeuwend kind dat echt niet meer wil. Gaan we naar huis? Gaan we voor een opname? Gaan we morgen terug? Gelukkig kunnen we diezelfde avond nog terecht in ‘mijn’ ziekenhuis, dicht bij huis en vertrouwd.

Na nog meer onderzoeken en prikken in dat kleine lichaam mag ik hem zijn eerste insuline geven, een intiem moment, want iedereen moet de kamer uit van hem. We gaan dit samen doen hè mama zegt hij tegen me. Zeker schat, we gaan het heel goed doen!

Na een korte en onderbroken nacht begint een dag van meten, spuiten, eten, leren, even spelen en dan het rijtje weer opnieuw. Wat een dapper kind, dat kind van mij. Hij luistert vol aandacht, stelt gevatte vragen en laat zich niet uit het veld slaan. Na de lunch prikt hij voor het eerst zijn eigen bloedsuiker en bij het avondeten spuit hij voor het eerst zijn eigen insuline.

We gaan dit doen jongen, jij en ik, en we gaan vechten!

2022-02-10T07:11:42+01:00
Ga naar de bovenkant