Het verhaal van Milan
18 juli 2021
Het was zomer en ik zat vaak met mijn broer en vriendjes in het zwembad bij ons thuis. Ik had veel dorst en moest vaak naar de wc. Dat vond ik echt vervelend, want ik moest mezelf steeds afdrogen voor ik naar binnen ging om te plassen.
Toen een vriendje bij ons kwam logeren, aten we pannenkoeken en ik moest weer erg vaak naar de wc. Wel 3x achter elkaar, terwijl we aan het eten waren. Papa en mama wilden bij mij een vingerprikje doen, om te zien of mijn bloed wel goed was. “Net als wat papa altijd moet doen.”, zei mama. Ik snapte er niks van, maar ik vond het prima. Het prikje deed wel een beetje zeer en dat vond ik niet leuk.
Ik wist toen nog niet dat dat het eerste prikje was, waarvan er nog vele zouden volgen…
Mijn waarde bleek veel te hoog en mama belde het ziekenhuis, daar moest ik meteen naartoe. Logeetje werd thuis gebracht en mijn broer ging bij opa en oma logeren. Mijn kleine broer zat toen nog in mama d’r buik. In het ziekenhuis werd ik weer geprikt en eigenlijk kreeg ik meteen te horen dat ik, net als papa, type 1 diabetes heb. Eerst vond ik het niet zo erg, want ik wist niet zo goed wat het was. Nu ik dat wel weet, vind ik het irritant. Vooral omdat ik er altijd aan moet denken. Ik kan bijvoorbeeld niet zomaar een gymles meedoen, zonder eerst goed na te denken over eten, insuline en pompinstellingen. Dan bel ik mama en maken we een plan; het tussendoortje wel bolussen, niet bolussen, een beetje bolussen, extra eten of juist even wachten. De ene keer werkt ons plan, de andere keer niet. Mama zegt dat het altijd lastig is om in te schatten, omdat ik altijd weer anders reageer op sport en insuline.
Als ik net lekker een potje aan het voetballen ben, zit ik snel te laag en moet ik wat eten voordat ik verder kan met spelen. Van mijn broer mag ik dan vaak een spelletje doen op zijn telefoon, zodat ik even langs de lijn bij kan komen. Dat vind ik altijd leuk!
Ik word soms wel een beetje moe van type 1 diabetes, hoor. Dan moet ik weer meten, dan heb ik weer een alarm. En ik vind het ook nooit leuk als ik een nieuw infuus moet, of een nieuwe sensor. Dan spelen mijn broers gewoon verder en moet ik weer iets doen voor mijn type 1 diabetes. Ik weet dat het moet, maar leuk is anders.
Meestal zet ik na het douchen zelf een nieuw infuus, papa of mama vullen voor mij een nieuw reservoir. Een nieuwe sensor laat ik het liefst door mama zetten, ik tel tot en drie, adem rustig in en uit en dan schiet mama ‘m erin. Meestal gaat het goed, maar het kan ook flink zeer doen.
Ik heb nu precies 5 jaar de diagnose en in het begin dacht ik dat ik misschien dood zou gaan, maar dat is gelukkig niet zo. Ik kan nog steeds alles doen wat ik wil, al is het vaak met wat aanpassingen. Ik moet altijd rekening houden met mijn type 1 diabetes, maar soms vergeet ik dat. Papa en mama denken altijd met mij mee en dat is maar goed ook!
Het stomste vind ik dat mensen denken dat ik type 1 diabetes heb gekregen, doordat ik niet gezond eet. Of dat ik nu juist geen snoepjes meer mag. Meestal laat ik ze maar kletsen, maar ik vind het niet leuk. Ik kan hier ook niks aan doen. En snoepjes eet ik nog steeds, ik moet alleen even mijn pomp erbij pakken om de koolhydraten op te vangen met wat insuline. Maar dat moet ik óók als ik een schaaltje kwark, een appel, bloemkool of bijvoorbeeld rijst eet…
Ik ben Milan en ik heb type 1 diabetes. Dít is mijn verhaal.