Ieder jaar overkomt me tijdens de zomervakantie wel iets extra bijzonders dat met type 1 te maken heeft. Zoals de watertrappelende moeder met type 1 in de tent tegenover ons of die vrolijke leraar en boksfanaat die vorig jaar naast ons stond. Ik schreef er blogs over. Beiden verhalen zorgden voor herkenning, bewustwording, maar ook emotie.
En de zomer 2024 werd geen uitzondering. Dit verhaal gaat over Daniëlle, over ‘miel’. Over proberen, over diabetes, over helpen, verbinding, betekenis en onverwachte ontmoetingen. En die zijn het mooist.
Beetje balen
Al een geruime tijd baalde ik een beetje bij elke hap met toegevoegde suikers die ik in mijn mond stopte om een te lage bloedglucosewaarde op te vangen. Of om die te verhogen bij een dalende óf te beïnvloeden voorafgaand aan beweging. Iets dat ik moet en niet zomaar helemaal zonder kan. Of toch wel? Of anders misschien? Toen een vriendin afgelopen jaar werd gediagnosticeerd met kanker (een enorm zware tijd volgde maar gelukkig gaat het beter – heel veel respect voor haar en het gezin) en zij via haar artsen te horen kreeg dat de geraffineerde, toegevoegde suikers echt gelabeld zijn als boosdoeners, was dat voor mij de streep en het begin van een zoektocht dat leidde naar… honing.
Suiker is suiker, ons lichaam verwerkt het hetzelfde. Toch is er verschil. Honing, ‘miel’ of z’n Frans, is van de natuur. Zonder toevoegingen die ons lichaam helemaal niet nodig heeft. Met de juiste, bruikbare voedingsstoffen dus. Ik sprak diverse imkers in Nederland. En leerde over de verschillende honingsoorten, over de glucose, eiwitten, antioxidanten, fructose, vitamines, zelfs mineralen. En de energie die het geeft. De gezonde energie. En dat alles zit in honing en verzamelt een bij tijdens z’n reis. En da’s hele een reis kan ik je verklappen, want alle kilometers bij elkaar opgeteld, vliegen honingbijen 1x de wereld rond voor 1 pot honing. Even een luchtig weetje, on the side. En nu snap je ook meteen waar ‘bezig bijtje’ vandaan komt.
Terug naar Frankrijk, terug naar een hele bij-zondere ontmoeting.
Dit jaar viel de lentehoning door de vele regen letterlijk en figuurlijk in het water. Beetje jammer, want mijn bestelling voor het tweede half jaar stond uit. De nattigheid zorgde overal voor minder honing, dus ik nam me voor in de vakantie te zoeken. Op Google zocht ik naar de dichtbij zijnde imker. Nu ben ik analytisch van aard, uitpluizen vind ik dan ook leuk om te doen en na wat inlezen, moest ik naar… ja die, wel wat verder, maar die. We reden ernaartoe en zagen de hekken gesloten. Er hing een bordje: “Als ik niet aanwezig ben, rij dan naar Rue de Générale 33”. Avontuurtje denk ik dan meteen! Hop, allemaal weer in de auto en verder. Bij een typisch Frans rijtje huizen, je kent ze wel met van die luiken, belde Isis en ik aan. Een lieve dame deed open. In een jasschort, een typisch zuidelijk gedragen overgooier, met passend bloemetjesmotief. “We komen voor de honing”, zei ik in mijn beste Frans. Voordat we het wisten, stonden we in haar woonkamer annex keuken en 5 tellen later zaten we allemaal aan de keukentafel. De lade ging open en alle lepeltjes die ze had, legde ze op tafel. Na een monoloog over hun honing, uiteraard in het Frans, over haar overleden man bij wie het allemaal was begonnen, haar zoon die het nu voortzet en niet te vergeten de certificaten aan de muur onder de foto’s van man- en zoonlief trots poserend bij de bijenvolken was het tijd voor een spontane proeverij zonder bolus. Je snapt, dikke hyperrr-de-pieper! Maar deze was ’t waard. Meer dan. Het was goddelijk. Die smaken! Honing van zonnebloemen hoe gaaf, honing van acacia, van verschillende bloemen, zelfs een donkergekleurde, welriekende sparrenhoning waar luizen aan te pas komen. Alleen dat al, super interessant toch.
Maar… het meest bijzondere moest nog komen toen ik uitlegde waarom ik ‘miel’ gebruik. Voor mijn diabetes dus. En geloof het of niet, de brief ligt achter haar op het aanrechtblad, ze was zelf de week ervoor gediagnosticeerd met diabetes. Het ontroerde haar, het ontroerde ons. En zo sta je in een klein Frans dorp en heb je ineens een prachtige betekenisvolle verbinding met iemand die je 30 minuten ervoor nog niet kende. En als we niet open hadden gestaan om naar Rue de Générale 33 door te rijden, hadden ook nooit onze paden gekruist in dit leven.
“Je suis Daniëlle”
“Je suis Daniëlle”, zei ze tegen Isis. “Quel est ton nom et quel âge as-tu?”. Ze keek me verbaast aan. “Ze vraagt hoe je heet en hoe oud je bent”. “Isis”, antwoordde ze zacht en stak twee handen naar voren met alle vingers wijd gespreid alsof ze met twee handen een high-five wilde geven. “Tu es une très jolie fille”. Isis keek me weer aan. Je bent een knapperd! Een glimlach van oor tot oor volgde. Eerder vroeg Daniëlle aan me of de honing die ik kocht ook als cadeau was. “Non, non, non, tout pour moi”, reageerde ik adrem. Helaas was de acaciahoning op, die was lekker zacht van smaak en dé favoriet van Isis. Ondanks een taalbarrière merkte ze dat op toen we aanstalte maakte om te gaan. “Attends une seconde”. Ze verdween naar de trapkast en pakte een klein potje acaciahoning uit eigen voorraad, voor Isis. De glimlach werd nog groter.
Uitproberen
Net als veel bij type 1 diabetes is het uitproberen, vallen en opstaan. Dat was 18,5 jaar geleden na mijn diagnose zo, dat is nog zo. Met een stuk minder vallen, dat wel, maar uitproberen blijft. En vallen dus ook. Proberen voegt toe. Je verbetert. Maar wat voor mij werkt, werkt voor een ander misschien niet en visa versa. Type 1 is dan ook onze gemene deler, met de nadruk op gemeen zeg ik dan altijd, maar het werkt bij iedereen weer wat anders. En dus ook met honing. Het is uitproberen als je wilt. De ene honing heeft iets meer glucose dan de ander. Wat minder eiwitten of fructose. Bij mij werkt ’t wat trager voordat het aankomt. Ik heb dus net wat meer geduld nodig en moet me, na een keertje vallen, inhouden niet nog een hap te nemen om vervolgens weer in een hyper te belanden. Je kent ‘t misschien wel. Maar bovenal geniet ik van een bijzondere reis als deze, van iets dat bijdraagt aan mijn gezondheid en dus van elke hap die ik neem. Het is een fijn idee dat deze suikers puur natuur zijn en mijn gezondheid helpt en wellicht vast ook ten goede komt.
Fin
Hoe het met Daniëlle gaat, vraag je je wellicht af. Het gaat goed. De schrik zit er wel in, maar het gaat goed. Er is contact via zoon Arnaud en we helpen op afstand met vragen en meer. En dat blijft.
Help een ander waar jij kunt, pay it forward, want als we meer openstaan, zeker voor elkaar dan maken we de samenleving waar kan en gaat nog een stukje mooier.
Lieve vakantiegroet “et une bisou” van Daniëlle en zoon Arnaud.
Ps.
We zijn ondernemend, creatief, vernieuwend en hands-on bij Diabetes+ dus je begrijpt, dit krijgt een vervolg. Houd de nieuwsbrief en webshop vooral in de gaten, want jij kunt dit ook gaan uitproberen. Hoe? Dat is nog even de verrassing.