Verschil type 1 en type 2 diabetes

 Bij Diabetes+ richten wij ons op type 1 diabetes, maar er zijn uiteraard meerdere vormen van diabetes. De bekendste zijn type 1 en type 2 diabetes. Daar zullen we het hier over gaan hebben.

Maar weet dat er nog veel andere vormen van diabetes zijn zoals:

 

  • Zwangerschapsdiabetes (meestal tijdelijke vorm van diabetes bij de moeder tijdens de zwangerschap)
  • MODY (erfelijke vorm van diabetes)
  • Type 3c (ontstaat door problemen met de pancreas (alvleesklier), denk hierbij aan kanker of ontstekingen)
  • LADA (vorm van type 1 diabetes die op latere leeftijd begint)
  • Cystic Fibrosis Related Diabetes (mensen met cystic fibrosis kunnen diabetes krijgen. Het taaie slijm bij mensen met cystic fibrosis kan leiden tot de vorming van littekens in de alvleesklier)

De officiële naam voor diabetes is Diabetes mellitus, wat honingzoete doorstroming betekend (wist je dat vroeger de diagnose werd gesteld doordat urine werd geproefd? Als die heel zoet was, honing, dan wees dat (vaak) op diabetes).

Ook hebben veel mensen het nog over suikerziekte…. Die term mag van ons geschrapt worden, die is ouderwets en oubollig en dekt zeker niet de lading.

Wij houden het dus op type 1 diabetes.

Maar wat zijn nu de verschillen tussen type 1 en type 2 diabetes?

Die soorten lijken in naam op elkaar, maar zijn heel verschillend. Dat leidt vaak tot vervelende misverstanden, waardoor veel van ons te maken krijgen met onbegrip en in hun omgeving.

Goed om te weten is dat bij alle vormen van diabetes het lichaam de bloedsuiker niet meer kan regelen. Dat gebeurt bij gezonde mensen heel precies, met het hormoon insuline.

Type 1 en type 2 hebben dus allebei te maken met insuline en bloedsuiker, maar zitten heel verschillend in elkaar. Type 2 komt verreweg het meeste voor, zowel in Nederland als wereldwijd. In Nederland hebben meer dan 1 miljoen mensen diabetes, ruim 100.000 hebben daarvan type 1 diabetes. Zowel de hoeveelheid mensen met type 1 als type 2 diabetes zal de komende jaren blijven stijgen.

Type 1 diabetes

Het lichaam van mensen met diabetes type 1 maakt zelf veel te weinig insuline aan. Dat komt doordat het afweersysteem de cellen die insuline aanmaken vernielt. Daarom moet je met type 1 diabetes altijd insuline spuiten, of een insulinepomp dragen. Deze vorm van diabetes komt veel minder vaak voor dan type 2 diabetes: 1 op de 10 mensen met diabetes heeft type 1 diabetes.

Type 1 diabetes is een auto immuunziekte, een chronische aandoening waarbij insuline dus echt noodzakelijk is.

Waarom type 1 diabetes ontstaat is vaak nog erg onduidelijk. Wat we wel weten is dat om type 1 diabetes te ontwikkelen (op welke leeftijd dan ook) je het erfelijkheid gen in je moet dragen. Echter niet iedereen met dat gen ontwikkelt ook echt type 1 diabetes. Waarom dan de 1 wel en de ander niet? Het is dus altijd nog steeds hoofdletters pech dat je type 1 diabetes hebt. Je hebt niets fout gedaan of je had het niet kunnen voorkomen.

Maar om beter te snappen hoe het allemaal in elkaar zit, is wetenschappelijk onderzoek zo ontzettend belangrijk. Diabetes+ is dus ook groot voorstander van al deze onderzoeken.

Type 2 diabetes

Bij type 2 diabetes heeft het lichaam te weinig insuline. Dus je lichaam maakt het nog wel aan, maar te weinig voor wat je nodig hebt. Ook reageert het lichaam niet meer goed op insuline: dat heet ongevoeligheid voor insuline. Mensen met type 2 diabetes krijgen vaak voedings- en bewegingsadviezen, aangevuld met medicijnen. Soms moet iemand ook insuline gaan gebruiken.

Overgewicht en weinig beweging, maar ook oudere leeftijd naast erfelijke aanleg vergroten de kans op het krijgen van type 2 diabetes. Belangrijk is wel om te weten dat ook mensen zonder overgewicht type 2  diabetes kunnen krijgen. Vroeger heette type 2 ‘ouderdomsdiabetes’, maar die term is niet meer van deze tijd.

Bij type 2 diabetes zou je dus van je medicijnen af kunnen komen als je lichaam door andere voeding, meer bewegen, afvallen weer meer insuline gevoelig wordt en daarmee dus je bloedsuikers weer stabiliseren op een gezond niveau. Dat is geen makkelijke route, maar het kan wel.

Nogmaals bij type 1 diabetes kan je echt niet zonder insuline. Daar zit je dus voor de rest van je leven na de diagnose aan vast. Het 24/7 goed regelen van je bloedsuikers is vaak echt “a hell of a job”.

In onderstaande video legt Wietske in een persoonlijk verhaal het verschil tussen type 1 en type 2 diabetes uit en vertelt ze over de impact van type 1 diabetes is haar leven: